Dynamische programma’s voor centrale verwarming | ||||||
Wat is het?Een installatie voor centrale verwarming wordt idealiter zo aangestuurd en ingesteld dat het comfort van de gebouwgebruikers gegarandeerd wordt tijdens hun aanwezigheid in het gebouw. Tegelijkertijd is het niet altijd nodig om dit comfortniveau ook aan te houden wanneer er geen gebruikers aanwezig zijn in het gebouw en kan op die momenten mogelijks energie bespaard worden. Parameters die hierbij een rol spelen zijn onder meer de timing van het in – en uitschakelen van de warmteopwekker en de gewenste ruimtetemperaturen. Er zijn verschillende manieren om deze parameters te beïnvloeden.
| ||||||
Hoe werkt het?Een dynamisch programma dat rekening houdt met de aanwezigheid van gebouwgebruikers kan bijvoorbeeld gebruik maken van locatiebepaling via een smartphone. De gebouwgebruikers installeren dan een app die bijhoudt of er gebruikers in het gebouw aanwezig zijn en deze informatie vervolgens doorspeelt naar een (met internet verbonden) systeem zoals een slimme thermostaat of een domotica- of gebouwbeheersysteem. Zo kan de ruimteverwarming uitschakelen of kan een lagere temperatuur ingesteld worden op momenten dat er niemand is.
| ||||||
Wat is de meerwaarde?Door de warmteproductie beter af te stemmen op de warmtevraag, kunnen het energieverbruik en de ermee gepaard gaande kosten gereduceerd worden. Bepaalde functies van een dynamisch programma, kunnen daarnaast ook zorgen voor een hoger comfort. Zo kan men oververhitting vermijden door rekening te houden met weersvoorspellingen en kan het anticiperend inschakelen van de verwarming op basis van voorspelde aanwezigheid vermijden dat de temperatuur te laag is wanneer er gebruikers in het gebouw aankomen.
| ||||||
Benodigde technologieVoor het werken met een dynamisch programma is een toestel of systeem vereist dat de nodige data (bv. aanwezigheid, weer, tarieven, …) kan ontvangen en verwerken en de verwarmingsinstallatie kan aansturen. Een eerste mogelijkheid is om te werken met een slimme thermostaat die (meestal bekabeld) aangesloten wordt op de verwarmingsinstallatie en (meestal draadloos, bv. via Wi-Fi) connecteert met het internet. Afhankelijk van de toepassing kan ook bijkomende technologie nodig zijn zoals een smartphone met een app voor locatiebepaling, een sturing van de installatie voor zonwering en eventueel de nodige software-interfaces voor het rechtstreeks opvragen van real-time data via het internet (bv. weersvoorspellingen). | ||||||
AandachtspuntenBij de keuze van een slimme thermostaat of gateway-module voor een domotica- of gebouwbeheersysteem moet voldoende aandacht besteed worden aan de compatibiliteit met het aangestuurde verwarmingstoestel. Voor een document met meer algemene informatie over compatibiliteit, zie ‘Meer info’ onderaan deze pagina. Er bestaan verschillende communicatieprotocollen voor communicatie tussen verwarmingstoestellen en thermostaten (bv. OpenTherm) en sommige functies zullen enkel ondersteund worden door thermostaten van de fabrikant van het verwarmingstoestel. Essentiële functies zoals het modulerend kunnen aansturen, worden idealiter ondersteund door de gekozen thermostaat of module (ook als deze niet van de fabrikant van het verwarmingstoestel is). Dit om de energetische efficiëntie en de levensduur van het verwarmingstoestel zelf te waarborgen. Om met een dynamisch programma snel te kunnen inspelen op een variabele warmtevraag, bezit het afgiftesysteem liefst een kleine thermische traagheid , zodat het vermogen snel kan worden in- en uitgeschakeld. Een klassieke vloerverwarming is daarvoor wat minder geschikt, omdat er soms een vertraging van enkele uren optreedt. Radiatoren, convectoren en in zekere mate bepaalde dunne vloer- en wandverwarmingssystemen zijn op dat vlak interessanter. Daarnaast moet het afgiftesysteem ook over een voldoende groot vermogen beschikken, bv. door gebruik van grotere radiatoren en convectoren of vloerverwarming met kleinere pasafstanden. Gezien de verwarmingsinstallatie wordt ontworpen voor een extreme buitentemperatuur, die zelden voorkomt, is er bijna altijd een vermogensoverschot dat je kan gebruiken binnen die flexibiliteitsbehoeften en moet je niet noodzakelijk extra dimensioneren. Bij vloerverwarming, die normaal gezien met een stooklijn (regimetemperatuur in functie van de buitentemperatuur) wordt gestuurd, kan je de vermogensreserve aanspreken door die stooktemperaturen tijdelijk wat te verhogen. Het gevolg kan dan wel zijn dat de flexibiliteitstoepassingen van een dynamisch programma niet gebruikt kunnen worden op (het beperkt aantal) zeer koude dagen, omdat er op die dagen mogelijks geen vermogensreserve is. Tot slot is het ook belangrijk om ervoor te zorgen dat er bij een automatische inschakeling van een installatie in afwezigheid van de gebouwgebruikers geen problemen of suboptimale situaties ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan een afgedekte convector of openstaande ramen in een verwarmde ruimte. Om die laatste situatie te vermijden kan voor een andere slimme oplossing gekozen worden, zie de hiervoor de pagina over het automatisch uitschakelen verwarming bij gelijktijdige passieve of actieve koeling. (in voorbereiding) | ||||||
Meer informatie
|